In de tentoonstelling in het Purmerends Museum zijn enkele rijk geïllustreerde platen uit beide boeken te zien met daarbij keramiek uit de eigen collectie waarop vergelijkbare afbeeldingen van bloemen zijn gebruikt.
De toegepaste decoraties vallen binnen de Nederlandse Jugendstil. Een stijl die ontstaat als reactie op de industrialisatie eind 19e eeuw, wanneer in korte tijd een onpersoonlijke industriële samenleving ontstaat. Een groep van vooral kunstenaars wil kunst en kunstnijverheid weer samenbrengen. Voorwerpen moeten niet alleen een goede vorm krijgen, maar ook een mooi uiterlijk, waardoor kunst voor iedereen toegankelijk wordt.
Binnen dit gedachtegoed komt het bloemmotief centraal te staan. Omdat bloemen snel verwelken, worden zij in verband gebracht met vergankelijkheid en eindigheid. Maar bloemen dragen ook het zaad voor nieuw leven. Hiermee vertegenwoordigen ze de tijdgeest; aan de ene kant het gevoel van maatschappelijk en cultureel verval, aan de andere kant het geloof in spirituele verlichting en sociale vooruitgang.
Behalve voor keramiek blijken de boeken La Plante et ses Applications Ornementales en Etude de la Plante ook van groot belang voor ontwerpers die bloemmotieven wilden gebruiken in stoffen, behang en sieraden.