Locatie: Purmerends Museum, Kaasmarkt 20
Tijd: 10.00 - 12.00 uur
Kosten voor de reeks: € 45,00, inclusief koffie
Aanmelding via: info@purmerendsmuseum.nl
8 oktober Wassily Kandinsky (1866-1944), de kracht van kleur.
Kandinsky, oorspronkelijk jurist, kwam op zijn 30ste in 1896 vanuit Rusland naar München, waar hij zich aan de Akademie der bildenden Künste inschreef en zich stortte op de schilderkunst. Zijn vroege periode richtte zich vooral op het kleurgebruik van de Franse impressionisten en expressionisten. Een ander invloed in zijn stijl was zowel de Russische als de Beierse volkskunst. De laatste ontdekte hij vooral in het stadje Murnau, waar hij zou gaan wonen met zijn leerlinge en maîtresse Gabriel Münther. Daarnaast was hij zeer geïnteresseerd in muziektheorie en spiritualiteit, waardoor hij zelf ook steeds meer een kunsttheorie ontwikkelde. Het leidde tot de oprichting van 'Der blaue Reiter', een kunstenaarscollectief, waarin Kandinsky de overstap zou maken tot pure abstracte kunst. Zijn theoretische ontwikkelingen brachten hem ook naar het Bauhaus, waar hij tussen 1922-1933 zou doceren. Na de opheffing van het progressieve instituut zou hij naar Parijs gaan. Zijn kunst werd steeds theoretische, abstracter en kleurrijker, waardoor hij gezien mag worden als een grondlegger van de moderne kunst, wiens werk in alle musea over de hele wereld hangt. Reden om het H'Art (voorheen Hermitage) in Amsterdam met werken uit het Centre Pompidou in Parijs een tentoonstelling te organiseren.
Kandinsky: H'Art Hermitage, 18 juni t/m 10 november
5 november Kunst en cultuur in de Merovingische tijd (ca. 500-ca. 750)
Na de val van het Romeinse Rijk, officieel in 476, nemen verschillende stammen het grondgebied van het Rijk weer in. Uiteindelijk worden de Franken vanaf de 5de eeuw in het westen en noordwesten van Europa dominant. Een koningsdynastie, die der Merovingers, regeert tot 768 een groot rijk, waarin het christendom de vroegere natuurgodsdiensten zal vervangen. Hoewel veel verdwenen is, zijn er in het huidige noordwest Europa nog genoeg sporen te vinden, die een indruk geven van deze 'gouden' periode. Opgravingen van grafvelden tonen kostbare grafgiften in de vorm van gouden en bronzen voorwerpen, zoals in het Utrechtse Rhenen in 1951. De opgraving van een van de grootste Merovingische grafvelden in Europa bracht duizenden voorwerpen tevoorschijn, die een beeld geven van de mens, haar gewoontes en de kunsten in de periode 500-750. De belangrijke voorwerpen hieruit worden in de vaste collectie van het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden getoond. Ook al is de lezing gepland in 2025, tot 9 december 2024 is er aan de hand van voorwerpen uit Leiden een kleine tentoonstelling over deze periode en de opgravingen in Rhenen in het stadmuseum in Rhenen ingericht. 'Gouden vrouwen'.
3 december Maerten van Heemskerck, 'Begaafd en vermaard schilder' (1498-1574)
Maerten van Heemskerkck, volgens overlevering een boerenzoon met een aangeboren tekentalent, groeide uit tot één van de meest gevraagde Noord-Nederlandse schilders in de 16de eeuw. Dit jaar is het 450 jaar terug dat hij als een gefortuneerd en gewaardeerd schilder overleed in Haarlem. Na een aantal leermeesters besluit hij in de leer te gaan bij Jan van Scorel en leert hij in de 'nieuwe manier uit Italië' te werken. De volgende stap is een reis naar en een verblijf in Rome, met prachtige tekeningen van de Sint Pieter in aanbouw en de aanwezige antieke restanten als resultaat. Na zijn terugkeer in Haarlem neemt hij de positie van zijn vroegere leermeester daar in. Hij schildert portretten, devotiepanelen en mythologische werken in de maniëristische stijl, maar ook grote altaarstukken voor kerken in Haarlem, Delft en Alkmaar. Spectaculair is daarbij het altaarstuk, dat hij maakte voor de Grote Kerk in Alkmaar. Het was het grootste altaarstuk, dat gemaakt werd in de Noordelijke Nederlanden. Na de Reformatie werd het verkocht en eindigde het in het Zweedse Linköping. Uiteindelijk zou ook de Beeldenstorm en de Reformatie van grote invloed zijn op de loopbaan van Van Heemskerck. Zijn laatste schilderij dateert uit 1566, het jaar van de Beeldenstorm. Daarna maakte hij vooral nog gravures, die over heel Europa in trek waren.
Drie musea, het Stedelijk Museum in Alkmaar, het Frans Hals Museum en het Teylers Museum, beide in Haarlem, slaan de handen ineen om de verschillende aspecten van de kunst van deze belangrijke schilder te laten zien. De tentoonstellingen lopen van 28 september 2024 t/m 19 januari 2025.
